Wisselteelt is belangrijk om de grond en gevoelige gewassen gezond te houden.
Voor aardappelen geldt dat ze één maal per vier jaar op hetzelfde stuk grond mogen worden geteeld, om de aardappelziekte fytoftora (veroorzaakt door een soort bodemschimmel) en aardappelmoeheid (veroorzaakt door bodemaaltjes) te voorkomen.
Ook de Coloradokevers, die in de grond overleven tijdens zachte winters, maken minder kans als er het volgend jaar geen aardappelen in de buurt staan.
We vragen je om door te geven aan de secretaris dat je aardappelen gaat telen. Via een WhatsAppgroepje kunnen we elkaar waarschuwen als de gevreesde Coloradokever gesignaleerd wordt.
Er zijn volgens de biologische teeltwijze overigens meer gewasgroepen die veel baat hebben bij wisselteelt.
Om ziekten en plagen te voorkomen, maar ook vanwege voedingsstoffen of een gunstige bodemstructuur die worden achtergelaten voor het volgende seizoen.
Bij een wisselteelt van vier vakken wordt bijvoorbeeld de volgende indeling aangehouden:
-Aardappelfamilie (aardappel tomaat en paprika, gevoelig voor bodemaaltjes) wordt volgend seizoen in hetzelfde vak opgevolgd door:
-Bonen en erwten (profiteren van de losse bodemstructuur, en laten zelf voedingsstoffen in de grond achter)
worden opgevolgd door:
-Kolen (zijn gevoelig voor knolvoet, veroorzaakt door een bodemschimmel)
worden opgevolgd door:
-Wortels bieten en uien, blad- en vruchtgewassen
die dan weer worden opgevolgd door de aardappelen